Luc schrijft:
Snarf2000 schrijft:
Zou dat ook de reden zijn in de grotere temperatuurveschillen bij buurtstations?
Heb je veel of weinig sneeuw in je achtertuintje?
Ik kom met regelmaat 3 a 4 graden verschil tegen.
Dat speelt zeker mee, maar volgens mij spelen hier ook nog andere zaken een rol. Ik zal dat proberen uit te leggen. Let op: dit is mijn eigen theorie, niet wetenschappelijk onderbouwd en ik heb daar geen literatuur over gelezen.
Tijdens deze koude periode is het verschil in temperatuur tussen de lucht en de objecten in de omgeving veel groter dan tijdens bijvoorbeeld de lente periode. In huis heeft iedereen het graag rond de 20 graden. Huizen worden verwarmd tot ongeveer deze temperatuur. Bij -10 buiten is het temperatuur verschil dus 30 graden. Hoe goed ook geïsoleerd, het huis (maar ook andere objecten in de omgeving) stralen de (opgenomen) warmte ook weer uit.
Lucht in de buurt van een huis is daarom warmer dan lucht in het vrije veld. Dat heeft invloed op de temperatuursensor die bij de meeste weerstations relatief dicht in de buurt staan van huizen/schuren/schuttingen etc. Afhankelijk van de windrichting kan het daarom aan de voorkant van een huis warmer of kouder zijn dan aan de achterkant. Een weerstation dat de temperatuur sensor dichterbij het woonhuis heeft staan, zal waarschijnlijk een hogere temperatuur meten als een weerstation dat veel vrijer staat.
Omdat het temperatuurverschil zo groot is, is ook de invloed van een warm object groter. Bij ongeveer gelijke temperaturen tussen binnen en buiten is dat veel minder het geval. Als je dan ook nog de dikte van het sneeuwdek meeneemt, dan is het logisch dat de verschillen in deze periode groter zijn dan bij andere weersomstandigheden.
Gr,
Luc
Voorgaande is zeker van invloed, maar zoals Luc al aangeeft zijn er meer zaken die een rol spelen. Er zijn diverse factoren die onder verschillende omstandigheden een rol kunnen spelen. De temperatuurverschillen kunnen daarbij op korte afstand tot meerder graden verschillen en ten opzichte van buurtstations wel meer dan 5 graden. Dat maakt het tevens zo lastig om een "grens" te bepalen waarbij sprake is van een afwijking die niet realistisch zou zijn, maar het gevolg is van een foutieve meting of een datafout.
Om een voorbeeld te geven. Ik heb in mijn achtertuin een sensor staan. De tuin is iets beschut, maar grenst aan open terrein. Mijn hoofdsensor staat in het vrije veld ongeveer 250 m verderop. Geregeld meet ik temperatuurverschillen van enkele graden tussen beide sensoren. Beide komt voor: vaak is het in de tuin warmer, maar soms is het er juist kouder.
Enkele regels die je kunt hanteren zijn:
- Hoe meer wind, des te minder invloed hebben lokale factoren
- Hoe meer bewolking, des te minder invloed hebben lokale factoren
- Hoe stabieler de atmosfeer qua opbouw, des groter is de invloed van lokale factoren
De lokale factoren die een rol kunnen spelen:
- grondsoort (boven zandgrond warmt het overdag sneller op en koelt het 's nachts sneller af)
- sneeuw (sneeuw isoleert, zie verhaal Luc, maar reflecteerd tevens warmtestraling: overdag beperkt dat de opwarming, maar 's nachts tevens de warmtestraling van aanwezige bewolking)
- vochtigheid van de grond/ aanwezige vegetatie (veel planten en bomen hebben een dempende werking op zowel temperatuur als luchtvochtigheid)
- beschutting (dit kan twee kanten op werken: staat er weinig wind dan koelt het bij helder weer sterker af dan in de omgeving, is het windstil dan koelt het minder snel af indien nabij de beschutting veel steenmassa aanwezig is die de warmte vasthoud)
- ligging (komvormen of heuvelruggen belemmeren bij sterke afkoeling vaak de luchtstroming nabij het aardoppervlak waardoor de lucht sneller tot stilstand komt er dus geen menging meer optreedt met sterkere afkoeling tot gevolg)
- ligging (in steden is veel massa aanwezig die overdag sterk opwarmt, zoals huizen en straten, deze geven 's nachts de warmte weer af, de temperatuur blijft daardoor achter maar ligt gemiddeld ook hoger dan de omgeving buiten de stad, vooral 's nachts ligt de temperatuur in de steden daardoor hoger)
- etc.
Zoals je ziet zijn er erg veel factoren die een rol spelen, dat maakt het erg complex en daardoor ook onvoorspelbaar. De windrichting speelt bijvoorbeeld ook een rol, de lokale factoren kunnen per windrichting verschillen, waardoor de temperatuur per windrichting verschillend kan reageren. In Milsbeek treedt bij een zwakke zuidelijke wind "komvorming" op, omdat de lucht de heuvelrug over moet. Dat levert vaak sterke afkoeling op bij helder weer, waarbij geregeld de laagste temperatuur van Nederland wordt geregistreerd. Bij een noordelijke wind treedt juist enige fohnwerking op en invloed vanuit het Reichswalt (uitgestrekt bosgebied) waardoor de temperatuur bij helder weer juist vaak hoger is dan de omgeving.
Ik wil maar aangeven: het is nog niet zo eenvoudig als het wel lijkt. De invloed van sneeuw bij helder en windstil weer is natuurlijk duidelijk en prachtig geillustreerd door Luc. Maar een berekening geven van de invloed van een bepaalde dikte aan sneeuw is onmogelijk, gezien de genoemde overige factoren en de ouderdom van de sneeuw zoals Luc al noemt.
Groet, Jeroen